De lezers van deze blogs zullen het inmiddels wel weten: cartografische en geografische gegevens zijn altijd en overal zichtbaar. Je ziet het als je erop let. Omdat dit telkens weer een bron van inspiratie, kennis en plezier is, hebben velen van ons de neiging om ook anderen hierop te attenderen en met deze rijke bron in aanraking te brengen. In de zomer van 2018 heb ik wat dit aangaat een ervaring van de buitencategorie opgedaan.
Volkomen onverwacht werd ik gebombardeerd tot academic director van een summerschool die werd aangeboden door de Universiteit van Amsterdam. Het onderwerp was ‘Amsterdam Global City 1500-1800’ en de doelgroep bestond uit pre-university studenten. Na de Engelse termen in de voorgaande regels zal het niemand verbazen dat de voertaal Engels was. In overleg met summerschool headquarters was een programma opgesteld en zijn docenten aangezocht. De bedoeling was ’s morgens een bepaald onderwerp bij de studenten te introduceren door middel van een college of presentatie, en ’s middags een excursie te maken die het ochtendcollege op praktische wijze verdiepte. En dat alles binnen de context van twee zonovergoten zomerweken in Amsterdam.
De studenten zelf maakten met elkaar de sfeer natuurlijk. Deze pre-university kandidaten waren om te beginnen rijkelijk jong: 18, 17 en twee zelfs pas 16 jaar oud. Dat vergt ook wel meteen even schakelen qua focus! Anderzijds: deze bevoorrechte jonge mensen, zo heb ik ervaren, waren gretig, intelligent, volstrekt niet verlegen en vastbesloten er iets moois van te maken. Sommigen hadden zich gedegen voorbereid en bovendien waren ze allemaal van zo ongelofelijk diverse uithoeken van de wereld afkomstig, dat op voorhand optimale omstandigheden bestonden voor een paar dynamische weekjes.
Van te voren hadden mijn pupillen uiteraard het nodige onderzoek gedaan via de kanalen die ons tegenwoordig ten dienste staan. Ze wisten dus hoe ik eruit zag en waar ik me professioneel mee bezighoud. En – naar gelukkig later pas bleek – dat had wel reserve opgeroepen. “Kaarten”, hadden sommigen gedacht … “wat is daar nou aan …?” Maar tijdens de summerschool zelve stortten we ons gezamenlijk op de geschiedenis van de hoofdstad en al spoedig had niemand meer reserves.
De excursies brachten ons op veel meer plaatsen dan verwacht in contact met kaarten. En de studenten, door mij met toewijding geïnfecteerd, pikten het heel snel op. Een goed begin was een bezoek aan het Stadsarchief, waar de studenten na de nodige introductie met kleurpotloden en viltstiften aan de slag gingen om zelf een eenvoudige kaart van Amsterdam te tekenen. Opvallend waren voorts de uitbundig cartografisch geïnspireerde opstellingen in het Amsterdam Museum en in Museum Het Grachtenhuis. Niet alleen brachten ze informatie sprekend tot leven, het resulteerde ook in een sfeer van internationale dynamiek, grenzen overschrijden, nieuwe horizonten verkennen. En telkens weer, nog vóór ik iets kon aanwijzen of vertellen, gingen al de vingers omhoog en wees er één ‘professor Storm’ op een mooie kaart een de muur.

De Oude Kerk op de Amsterdamse Wallen was tijdelijk door de Italiaanse kunstenaar Giorgio Andreotta Calò tot een conceptueel symbool van het ‘Red light district’ omgetoverd.
Als vader van twee kinderen – 24 en 22 nu – heb ik enige ervaring met adolescenten, en dat was maar goed ook. Want het ging gedurende die onvergetelijke twee weken over de verbluffende groei van Amsterdam, over kunst, het dagelijks leven, religie, de VOC en de minder mooie kant van het koloniale verleden. Maar het ging ook over andere zaken: iemand was een portemonnee kwijt, was misselijk geworden, had een angstaanval, was de telefoon kwijt, tramkaart verloren, een migraineaanval, museumjaarkaart vergeten … Het had niks met mijn historisch-cartografische kennis te maken, maar dat ik die portemonnee terugvond was een hoogtepunt. Ik was, kortom, niet alleen hun ‘professor’ maar ook voor eventjes hun pappa.
In de snelkookpan die we tijdens die twee zonnige weken met elkaar creëerden ontstond iets onvergetelijks. Dat ik deel uitmaakte van dat succes was misschien een verdienste maar ook een voorrecht, en dat stemt dankbaar. Mooier nog is een groep jonge mensen die nog nooit serieus over hadden nagedacht over de grenzeloze mogelijkheden van cartografische informatie, hiermee in aanraking te hebben gebracht. Dat de boodschap overgekomen is bleek uit de aandoenlijke kaart die ik kreeg op het moeilijke moment van afscheid nemen: “I love maps now because of you” schreef er één. Een ander deed me een prachtig credo cadeau: “Maps go forever.” Daaraan hoeft niets te worden toegevoegd. Ik kijk nu al uit naar een volgende keer.
NB Deze tekst verscheen eerder (zonder plaatjes) als column in het tijdschrift Geo-Info, jrg. 15 (2018), nr. 5.