Tijdens de Frankfurter Buchmesse waren dit jaar Nederland en Vlaanderen de speciale gasten. Dat betekent dat je een paviljoen mag inrichten waarin je de boeken uit je land, of in dit geval taalgebied, kunt promoten. Opvallend genoeg kiezen landen dan altijd voor de literatuur, de actuele non-fictie boeken met een Europese lading en kinderboeken. Zo ook in de zaal waar de Nederlandse en Vlaamse uitgevers zich verenigd hadden in een groot blok dat zich over drie gangen uitstrekte met in totaal zo’n vijftig exposanten. En alweer opvallend genoeg zonder stripuitgevers en dat terwijl er speciale aandacht zou zijn voor strips. Nu telt Nederland maar een paar grote stripuitgevers en Vlaanderen eigenlijk maar één: Standaard, ondergebracht bij het WPG-concern. En zij zullen zich vooral richten op specifieke stripfestivals waar voor hen uiteraard meer te halen valt. Standaard, of in elk geval WPG, had overigens wel een stand.
Maar de meeste ‘gewone’ uitgevers waren wèl vertegenwoordigd en zij deden goede zaken, eigenlijk al vóór de Buchmesse. Want waar normaal gesproken op jaarbasis zo’n tachtig Nederlandstalige boeken worden vertaald, voor deze speciale Buchmesse-editie waren dat er 454, veelal in het Duits! En eenmaal in het Duits beschikbaar worden Nederlanders vaak ook ontdekt door de Engelse en Franstalige wereld, en via die weg nog verder. Het heeft dus zin je in te spannen voor Frankfurt en men heeft dat dan ook met verve gedaan. Overigens viel me ook op hoeveel Nederlandstalige non-fictie er vertaald wordt. Schrijvers als Geert Mak, Laura Starink, Luuk van Middelaar, Douwe Draaisma en Frank Westerman verschijnen bij grote Duitse uitgevershuizen en worden daar nog goed verkocht ook. En terecht! De nadruk ligt bij de landelijke pers vaak op de fictie, maar volgens mij hebben wij op het gebied van non-fictie een batterij aan toppers. Geen wonder dat ook een kleine uitgever als Vantilt een stand had op de Messe, waar ik bijvoorbeeld 1001 vrouwen regelmatig door buitenlandse handen zag gaan als ik voorbij slenterde. Dat is dan weer niet een boek dat je snel vertaald zult zien, want het gaat om Nederlandse vrouwen. Maar wellicht dat het concept aansprekend genoeg is om over te nemen en de wereld, althans in elk geval de westerse wereld, te veroveren.
Hoe het zij, volgens mij heeft de Nederlandstalige boekenwereld het enorme buitenland best wat te
bieden, ook al zal dat in eerste instantie vooral de ons omringende wereld zijn. De balans kunnen we over een half jaar ongeveer gaan opmaken als de buitenlandse uitgevers nagedacht hebben en contracten willen tekenen. Laten we hopen dat de toch al wat stijgende verkoopcurve voor de uitgevers een piek gaat vertonen. Aan de inspanningen die men zich in Frankfurt getroost heeft kan het in elk geval niet liggen.