Op donderdag 9 november was er in de Artis Bibliotheek een symposium met als titel ‘De uitgeverij als bedrijf: tussen ideaal en commercie’. Een van de punten die naar voren kwamen tijdens de paneldiscussie was het digital born bronnenmateriaal. Er was een historicus in de zaal die zijn bezorgdheid erover uitsprak of daar wel zorgvuldig mee werd omgesprongen. Met moet daarbij denken aan e-mails, digitale manuscripten, fondscatalogi, prospectussen en dat soort zaken. Omdat er een aantal uitgevers in de zaal zat, konden die ter plekke worden bevraagd. Het bleek dat die inderdaad niet erg zorgvuldig waren met het bewaren van dat soort materiaal. Nu kunnen natuurlijk niet alle uitgeverijen over één kam geschoren worden, maar de indruk bestaat dat er weinig gericht beleid is binnen het uitgeversmétier. Dat geldt niet allen voor uitgevers. Het probleem speelt eigenlijk overal, van de overheid, tot de universiteit, tot het bedrijfsleven. Wij als onderzoeksinstituut maken ons daar natuurlijk zorgen over. Immers, het digital born materiaal waar nu zo klakkeloos mee wordt omgesprongen, is het bronnenmateriaal van de toekomstige onderzoeker. Het is mede daarom dat bij de Bijzondere Collecties een digital curator is aangesteld. Hij moet de conservatoren gaan begeleiden bij het omgaan met, het verzamelen en vastleggen van en het beleid maken op het gebied van digital born materiaal. Om even te focussen op de boekhistorische collecties met een voorbeeld: vroeger haalden we fondscatalogi, veilingcatalogi en antiquariaatscatalogi op of kregen deze per post toegestuurd. De laatste jaren is het in toenemende mate zo dat we per mail een link krijgen naar een digitale catalogus. Dat linkje werkt net zo lang tot de volgende catalogus wordt toegestuurd. Sommige bedrijven zetten dan de oude catalogus in een ‘archief’ op hun website. Maar voor hoe lang? En al zou dat voor heel erg lang zijn, kunnen we het dan over zeg vijf jaar nog lezen met de alsmaar veranderende software? Het is een simpel voorbeeld, maar er gaat een wereld achter schuil. En hoe lang worden e-mails bewaard bij een uitgever of boekhandel? En wie is daar verantwoordelijk voor? We moeten dus snel in actie komen en zoveel mogelijk partijen erbij betrekken, want de tijd vliegt. Er dreigt nu al een gat in historisch bronnenmateriaal te vallen van een jaar of tien à vijftien binnen de boekgeschiedenis. En niet alleen daar. Laten we dus in actie komen. We staan voor een grote uitdaging.