Een keerboek met recepten

Voor scheurbuijk in somertijt
2 handen vol groene lepelblaaren, 2 dito duijvekervel, 2 dito bekeboom, 2 dito waterkers, 2 dito drieblad, ½ pond peperwortel, dit groen kruijt samen schoon gewassen en kleijn gekerft, en dan nogh bijgedaan 3 beste limoenen en 3 Westindise orangie appelen, en die mede in stucken gesneden, samen in een glase fles gedaan, en dan 6 mengelen France wijn daar op gegooten en in de son geset, en altemets door den dagh een romertie van gedronken. Is seer goed. Van een doctor van Bergen en door de Hr. Roseveld also ondervonden.

Hs. VIII E 14, band

Hs. VIII E 14, band

Eten als medicijn is de titel van een hedendaags kookboek met recepten voor geneeskrachtige gerechten. Die uitgave staat in een traditie. Boeken en handschriften met recepten uit de zestiende, zeventiende en achttiende eeuw zijn vaak van gemengde, deels medicinale en deels gastronomische inhoud. Beide soorten recepten staan dan gewoonlijk dooreen, en soms is zelfs niet te zeggen of een recept allereerst bedoeld is voor een goede gezondheid of voor de lekkere trek. Dergelijke boeken en handschriften zijn ruim aanwezig in de Bijzondere Collecties van de UvA.

Dit curieuze achttiende-eeuwse handschrift vertegenwoordigt de omslag naar differentiatie. Het is een keerboek: het kan van beide kanten gelezen worden. De perkamenten band draagt op één plat het opschrift ‘Recepten Voor Menschen’. Sla je het handschrift van deze kant open, dan biedt het ruim 350 geneeskundige recepten voor poeders, drankjes en zalfjes tegen allerhande kwalen en ongemakken. Maar draai je het handschrift om, dan blijkt op het andere plat van de band een tweede titel te staan: ‘Recepten Voor De Keucken’. Open je nu opnieuw het handschrift, dan volgen zo’n honderd keukenrecepten, zoals de hieronder afgebeelde recepten voor het bakken van een citroentaart en het inmaken van ‘roomse boonen’ (tuinbonen).

Hs. VIII E 14, fol. 21r

Hs. VIII E 14, p. 21

Het grotendeels door één hand geschreven manuscript is anoniem. De samensteller moet een man geweest zijn – een van de recepten is ‘voor mijn vrouw’ – maar wie was hij? Gelukkig geeft de samensteller meermalen aan van wie een recept afkomstig is of wie er baat bij heeft gehad. Daardoor weten we dat hij bijvoorbeeld een grootmoeder Van der Stringe had, een tante Evertse, broers met de namen Willem en Cornelis en een dochter met de naam Anna. Aan de hand van deze gegevens denk ik hem te kunnen identificeren als de Middelburgse jurist Aarnout van Citters (1714–1752), die bestuurlijke functies vervulde en hoofdparticipant in de VOC was. De familie Van Citters behoorde tot de bovenlaag van Middelburg en had veel invloed in heel Zeeland.

Deze identificatie roept nieuwe vragen op. Aarnout van Citters heeft enkele van de medicinale recepten gekregen van gerenommeerde artsen als de Leidse professoren Herman Boerhaave en Herman Oosterdijk Schacht. Maar hij pent ook huismiddeltjes neer die nog uit de middeleeuwen lijken te stammen, zoals dit, tegen bloedneuzen: ‘Onder ider oxel op het bloote lijf een padde gebonden en laten deselve alsoo sachtjes sterven, en die dood zijnde een ander. Is goed.’ Hoe kan het dat een hoogopgeleide Zeeuwse notabele halverwege de achttiende eeuw nog waarde hecht aan dergelijke kwakzalverij? En waarom houdt hij zich daarnaast bezig met het noteren van keukenrecepten, in een tijd dat een sinjeur als hij voor zijn huishouden een echtgenote en bedienden had?

Om citroentaart te bakken
Neemt een wijnglas citroensap, en een bierglas moeselwijn met een cruijm van een halvestuijvers wittebroot, en de schel van twee citroenen geraspt, met een cruijtnoot en 7 a 8 eijeren 4 met en de andere sonder wit, en de eijeren wat met de wijn geklopt te samen in een pints potje op het vier geset tot het kookt, dan op de korst in de panne gedaan, en onder en boven vuer tot het genoegh is, en suijker na de smaak.

2017-03-08T17:28:02+00:00

About the Author:

Als conservator handschriften en moderne letterkunde beheert Klaas van der Hoek (1960) de meest uiteenlopende voorwerpen en verzamelingen. De collectie handschriften omvat veel meer dan enkel ‘echte’ manuscripten: tekeningen, foto’s en penningen bijvoorbeeld, tot aan inktstellen, haarlokjes en dodenmaskers toe. Ook moderne letterkunde vormt een breed terrein, al was het maar omdat ‘modern’ bij de Bijzondere Collecties al in 1800 begint. Overigens heeft hij een voorliefde voor brieven, en dat treft: daarvan zijn er ruwweg 600.000 aanwezig. Klaas van der Hoek studeerde Nederlands en mediaevistiek in Groningen en was eerder projectmedewerker bij de Koninklijke Bibliotheek en conservator bij de Universiteitsbibliotheek Utrecht.