Onlangs heeft de Bijzondere Collecties van UvA een bijzondere aankoop gedaan op een veiling in Duitsland: de marskramerkaart van Italië uitgegeven door Joseph Carmine in Augsburg. Waarom vinden we die kaart zo bijzonder en waarom wilden we die Duitse kaart van Italië zo graag in onze collectie hebben?
Kort gezegd: met deze kaart heeft de BC een volledige set kaarten die een bijzonder productieproces van Amsterdams cartografisch materiaal documenteren: het kopiëren van kaarten en het bewerken, hergebruiken en doorverkopen van koperplaten, ook naar het buitenland. Deze set bestaat uit vijf kaarten, waarvoor twee koperplaten in diverse staten zijn gebruikt (zie voor de staten van koperplaten ook mijn blog Een kaart in alle staten). In chronologische volgorde worden deze vijf kaarten hieronder besproken:
Kaart van Italië door Frederick de Wit, 3de staat, ca. 1682
Frederick de Wit (1630-1706) was een van de belangrijkste cartografische uitgevers uit de tweede helft van de zeventiende eeuw. Hij publiceerde zelf ongeveer 150 landkaarten en had ook de beschikking over de koperplaten van Joan Blaeu, die hij opnieuw uitgaf. Met deze kaarten maakte hij een groot aantal atlassen, die tot de meest gewilde van de late 17de en 18de eeuw behoorden. Een kenmerk van De Wit was dat hij vaak zijn koperplaten liet aanpassen – de ene keer met minimale wijzingen, de andere keer werd de plaat voor het grootste deel veranderd.
Omstreeks 1672 (zijn kaarten zijn vrijwel nooit gedateerd) maakte hij een kaart van Italië: Novissima et accuratissima totius Italiæ Corsicæ et Sardiniæ descriptio per Fredericum de Wit (Nieuwste en nauwkeurigste kaart van geheel Italië, Corsica en Sardinië door Frederick de Wit). De Wit baseerde de kaart grotendeels op de wandkaart Italia Nuova van Giovanni Antonio Magini uitgegeven in Bologna in 1608 (of een van de navolgingen daarvan).
De koperplaat werd al snel een beetje gewijzigd. Het nummer ‘9’ werd er in een hoek bijgegraveerd (2de staat) en vervolgens paste hij de lengtegraden aan omdat hij een andere nulmeridiaan wilde gebruiken (3de staat).
Kaart van Italië door Gerrit van Schagen, ca. 1685
Een betrekkeliijk onbekende Amsterdamse kaartenuitgever is Gerrit van Schagen. Hij maakte zo’n 20 atlaskaarten, die vrijwel allemaal gekopieerd werden van Nicolaes Visscher en Frederick de Wit. Zijn kaart van Italië uit ca. 1685 is een kopie van de derde staat van de kaart van Frederick de Wit. De kopie is heel nauwkeurig, ook de decoratieve cartouches en de schepen in de zee zijn exact overgenomen. Het is dat Van Schagen de naam van De Wit in de titelcartouche door zijn eigen naam vervangen heeft, want anders zou het heel moeilijk zijn beide kaarten van elkaar te onderscheiden. Wel heeft Van Schagen enkele plaatsen toegevoegd.

Vergelijking van de omgeving van Rome. Links de kaart van Frederick de Wit, rechts die van Gerrit van Schagen. De verschillen zijn heel klein, ook is te zien dat Van Schagen aan de kust wat plaatsnamen en riviertjes heeft toegevoegd. Wellicht ten overvloede: de kleur is met de hand aangebracht.
Kaart van Italië door Frederick de Wit, 7de staat, ca. 1710
Frederick de Wit bleef zijn kaart veranderen. In 1688 liet hij een aantal namen toevoegen (4de staat), rond 1695 werd de titel aangevuld met ‘Correcta mu[l]tis aucta et in lucem edita per F. de Witt’ (verbeterd, op veel plaatsen aangevuld en uitgegeven door F. de Wit) (5de staat) en in 1707 is de titel nogmaals veranderd, nu luidt de toevoeging ‘Correcta, multis aucta locis et viis, editaq. per F. de Wit (verbeterd, aangevuld met plaatsen en wegen, en uitgegeven door F. de Wit). Het kaartbeeld is dus aangevuld met een aantal plaatsen en met wegen. Na de dood van De Wit is de koperplaat door Pieter Mortier gekocht, en na diens dood namen zijn zoon en schoonzoon onder de naam Covens & Mortier de handel over. Zowel Mortier als zijn opvolgers voorzagen de koperplaat van hun eigen uitgeversadres (7de staat met het adres van Pieter Mortier, en 8ste staat met dat van Covens & Mortier).
Kaart van Italië door Gerrit van Schagen, tweede staat door gebr. Ottens, ca. 1730-40
De firma van de gebroeders Reinier en Josua Ottens, opgericht in 1726, is de op een na grootste cartografische uitgeverij uit de 18de eeuw (de grootste is Covens & Mortier). Zelf hebben de gebroeders Ottens maar een relatief klein aantal kaarten gemaakt, een stuk of 70. Maar, zij hebben veel koperplaten van andere kaartenmakers opgekocht, waaronder die van de firma Danckerts en die van Gerrit van Schagen. Deze kaarten gaven zij omstreeks 1730 opnieuw uit, waarbij ze enigszins werden aangepast. Natuurlijk zetten ze overal hun eigen naam als uitgever op, maar omdat de namen Danckerts en Van Schagen inmiddels vergeten waren, vervingen ze die namen door die van de als beter bekend staande Frederick de Wit. Zo heel erg was dit niet, want die kaarten waren meestal van De Wits kaarten gekopieerd. Ook werden de koperplaten soms aangevuld met de wijzigingen van een latere staat van De Wit. Dat gebeurde ook met Van Schagens kaart van Italië: alle veranderingen die De Wit op zijn 6de staat had aangebracht, werden nu ook op Van Schagens kaart aangebracht. Ottens gebruikte waarschijnlijk de latere 7de of 8ste staat, die inhoudelijk niet gewijzigd waren.
De actie van de gebroeders Ottens om de Van Schagen en Danckerts kopieën van De Wits kaarten onder de naam van De Wit opnieuw uit te geven viel bij de concurrentie niet in goede aarde. In hun catalogus namen Covens & Mortier een waarschuwing op dat de De Wit kaarten van Ottens oude kaarten van Danckerts (Van Schagen wordt niet genoemd) waren, heel slecht gegraveerd en onnauwkeurig.
Kaart van Italië door Gerrit van Schagen, derde staat door Joseph Carmine, ca. 1790-1810

De titel van de kaart van Van Schagen, uitgegeven door Joseph Carmine – de namen van de gebroeders Ottens zijn blijven staan, die van De Wit is verwijderd.
De firma van de gebroeders Ottens werd na de dood van de weduwe van Josua Ottens omstreeks 1780 geliquideerd. Een aantal koperplaten zijn toen verkocht aan de Italiaanse prentenhandelaar Antonio Giuseppe Buffa. Buffa bracht deze platen in 1784 naar Augsburg en verkocht ze daar aan zijn landgenoot Joseph Carmine (1749-na 1822), die in dat jaar een handel in vooral opticaprenten begonnen was. Omstreeks de jaarwisseling 1784/85 klaagden de Augsburgse prentenhandelaars dat Carmine ‘meer dan 100 prenten met uit Amsterdam meegebrachte en andere koperplaten liet drukken en inkleuren, en die in zijn winkel te verkopen’. Een van deze ‘prenten’ moet de kaart van Italië geweest zijn. Carmine liet zijn eigen naam op de kaart zetten: …. De kaarten en prenten van Carmine zijn grotendeels verkocht door reizende handelaars – marskramers – de enige manier om deze sterk verouderde kaarten nog te kunnen verkopen. Geleerden en bibliotheken kochten hun materiaal natuurlijk niet van een marskramer, dat deden alleen ‘boeren en buitenlui’. Vandaar dat Carmines kaarten slechts zelden in bibliotheken terechtgekomen zijn. In totaal zijn 15 van zulke door Carmine heruitgegeven kaarten bekend. Het is dan ook heel bijzonder dat vrij kort na elkaar twee exemplaren van zijn tot dan toe onbekende kaart van Italië op de markt gekomen zijn. De eerste is nu in bezit van de Duitse publicist en verzamelaar Michael Ritter, specialist betreffende in Augsburg uitgegeven kaarten, en door een tip van Ritter heeft de UB Amsterdam nu dat tweede exemplaar kunnen kopen. In Nederland zijn verder geen door Carmine heruitgegeven kaarten aanwezig.
Met dank aan Michael Ritter
Overzicht van de exemplaren in de BC
Van Schagens kaart
1e staat (Van Schagen): 32.27.52, 1806 A 19 (19) 2e staat (Ottens): 32.27.19, 109.02.71, I-2-A-11 (139), KF 61-2257 (55) 3e staat (Carmine): 102.24.12
|
De Wits kaart (de 1e en 2 staat zijn niet in onze collectie)
3e staat: 32.27.22, 109.02.60 en XI-A-4 (27) 4e staat: 32.27.23, 109.02.61, I-5-A-5 5e staat: 1806 A 18 (8) 6e staat: I-1-A-10 (83) 7e staat (Mortier): 32.27.21 8e staat (Covens & Mortier): 32.27.20
|
[voor de plaatsnummers komt overal natuurlijk OTM: HB-KZL voor (behalve voor het KF nummer, daar alleen maar OTM]
Literatuur:
Michael Ritter, ‘Oude Amsterdamse kaarten heruitgegeven in Augsburg door Joseph Carmine’. Caert-Thresoor 35, 3 (2016): 79-90. – met een lijst van alle bekende exemplaren van Carmine’s kaarten – die van Italië was in 2016 nog onbekend.
Jan Werner, Een unieke serie kaarten van Gerard van Schagen. In: Papieren pracht uit de Amsterdamse Gouden Eeuw: geschenken van het Dr. Th.J. Steenbergen Fonds. Amsterdam: Vossiuspers UvA, 2011.
Roberto Borri, L’Italia nell’antica cartografia 1477-1799 (Scarmagno: Priuli & Verlucca, 1999). – de originele kaart van Magini is nr. 77, die van De Wit nr. 122 (6de staat). De andere kaarten komen niet voor.