Spoorzoeken

LiedbladBij het catalogiseren van een Rotterdamse eenbladsdruk uit 1820 stuitte ik op een bijzondere afbeelding van een klassiek koepelgebouw.* Het is een afdruk van een houtsnede, die inmiddels verloren is gegaan. Als illustratie bij een lied over de watersnoodramp in het rivierengebied in datzelfde jaar, maakt de afbeelding een wat raadselachtige indruk. Alsof houtsnede en tekst niet speciaal voor elkaar gemaakt zijn.

Het koepelgebouw is aangetast: de torenspits is eraf, de lijntjes van de traptreden zijn onderbroken en overal zijn gaten van houtwormen zichtbaar. In de verte herinnert het aan de mooie afbeeldingen in eeuwen oudere architectuurboeken. De klassieke vorm doet denken aan het tempeltje van Donato Bramante, dat in 1502 gebouwd werd op de binnenplaats van de San Pietro in Montorio-kerk in Rome. Het tempeltje wordt wel gezien als het begin van de hoge renaissance in de architectuur en is nog steeds te bewonderen. Zou de houtsnede bijna net zo oud zijn als het gebouw zelf?

Een speurtocht door de boeken van verschillende architecten leidde uiteindelijk naar de eerste Nederlandse vertaling van Sebastiano Serlio’s Italiaanse handboek over bouwkunst. Het rijk geïllustreerde werk bestaat uit vijf delen en is uitgegeven in Antwerpen in de jaren 1546–1553 door Pieter Coecke van Aelst en zijn weduwe. In het derde deel uit 1546 komen de oudheden van Rome en de moderne gebouwen in antieke stijl aan bod. Bij de beschrijving van Bramantes tempeltje vinden we zowaar de afbeelding terug, nog geheel intact.

Jarenlang zijn de houtsneden goed bewaard gebleven, want in 1606 duiken dezelfde afbeeldingen weer op in de Amsterdamse uitgave van Serlio’s architectuurboek door Cornelis Claesz. In de korte tijd die volgde, maakten de houtsneden een lange reis door Europa. Eerst gingen ze naar Basel waar Ludwig König ze gebruikte voor een Duitstalige editie in 1608. Niet meer dan drie jaar later moeten ze naar Londen zijn verscheept, vanwege een Engelstalige editie die daar verscheen in 1611. Uiteindelijk kwamen ze weer terug in Amsterdam, zodat Hendrick Laurensz. ze in 1616 kon afdrukken in opnieuw een Nederlandstalige uitgave. Daarna verliezen we het spoor van het tempeltje, totdat het in 1820 als gehavend door de storm bovenaan een liedblad prijkt. Wat mooi is, komt altijd weer tevoorschijn.

* Met dank aan Paul Dijstelberge voor de tip.

2019-01-16T20:50:27+00:00

About the Author:

Gwendolyn Verbraak studeerde Nederlandse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Ze werkte elf jaar bij de Amsterdamse Universiteitsbibliotheek als catalograaf van de oude en bijzondere werken. Sinds augustus 2017 is ze assistent conservator oude drukken bij de Bijzondere Collecties.