Striparchieven verzamelen

Wij van de Bijzondere Collecties zijn echte verzamelaars. Of om het preciezer te zeggen: wij zijn verzamelaars van verzamelingen. Van alle vakken die je kunt studeren aan de UvA bestaan verzamelingen: collecties aangelegd door liefhebbers of geleerden, of combinaties van die twee. Van architectuur tot wiskunde (Exacte wetenschappen), van atlassen tot zeekaarten (Atlassen en kaarten), je kunt het zo gek niet bedenken of er zijn verzamelingen over die onderwerpen aangelegd.

MinionDe conservatoren bij de Bijzondere Collecties zijn kenners van hun vakgebied(en). Er wordt van hen verwacht dat ze een beetje weten wie op hun gebied verzamelt en of die verzameling interessant zou kunnen zijn voor wetenschappers en studenten van de UvA. En dan natuurlijk ook of de betreffende verzamelaar genegen is zijn collectie in bruikleen te geven, of, nog liever, te schenken. Alles voor de wetenschap, persoonlijke ambitie is ons vreemd! Dat betekent echter niet omgekeerd dat elke verzameling, elke collectie ook geschikt is om deel uit te maken van Bijzondere Collecties. Het eerste woord duidt daar op: het moet wel bijzonder genoeg zijn om dat predikaat te kunnen krijgen.

De stripcollectie is in vergelijking met andere vakgebieden bij de Bijzondere Collecties klein te noemen. SmurfKlein, maar representatief. Ook dat laatste is een belangrijk kenmerk. Je hoeft geen 100.000 stripalbums te hebben, als je kunt volstaan met een zorgvuldig samengestelde collectie van 10.000 albums waarin alle stripgenres goed zijn vertegenwoordigd. Maar de stripcollectie is natuurlijk breder. Stripalbums zijn tenslotte een eindresultaat. Daar gaat een hele keten van activiteiten aan vooraf: van een scenario schrijven, schetsen maken, inkten, inkleuren, uitgeven, drukken, distribueren en verkopen. En met onze stripcollectie willen we nu juist die keten kunnen laten zien aan mensen die de strip in de breedste zin bestuderen. Dus verzamelen we behalve albums archieven van stripmakers, schetsen, tekeningen, scenario’s, inkleuringen, archieven van stripuitgevers, distributeurs en stripwinkels.

De vraag is nu wanneer je collectie representatief genoeg is. Moet je daarvoor drie archieven van stripmakers hebben, dertien, of dertig? En alleen bekende, of juist ook onbekende of vergeten stripmakers? En hoe zit dat met stripuitgevers? Met distributie? Met syndication (verkoop van strips van een studio aan kranten en tijdschriften in binnen- en buitenland)? Er valt kortom heel wat af te bakenen en te plannen om de beperkte opslagruimte die ter beschikking staat  optimaal  te benutten. En daarom moeten we dus ook wel eens ‘nee’ zeggen tegen een aangeboden verzameling. Maar alles met één doel voor ogen: een uitgebalanceerde collectie. Een verantwoordelijke taak.

2019-02-04T12:51:45+00:00

About the Author:

Jos van Waterschoot is boekhistoricus en werkzaam als conservator Boekhistorische Collecties en Stripcollecties bij de Bijzondere Collecties. Hij is recensent van het stripinformatietijdschrift StripNieuws en voor stripblad Eppo. Hij publiceert over strips en boekgeschiedenis, en leest een strip per dag.