Op 27 augustus werd aan de Rotterdamse Wijnhaven een nieuw museum geopend met een voor Nederland bijna uniek onderwerp als hoofdthema: het beeldverhaal, ofwel de strip. We hadden al een stripmuseum in Groningen en dit is dus het tweede in ons land . De totstandkoming van dit museum kent een jarenlange geschiedenis. Een tijd lang was ik daar bij betrokken als ‘meedenker’ en ik heb meegeschreven aan de eerste versie van de inrichting van de ‘vaste opstelling’, een tijdlijn door de geschiedenis van de Nederlandse strip. Het opzetten van een geheel nieuw museum is geen sinecure in deze tijd van culturele kaalslag. High culture heeft het al moeilijk in Nederland, low culture vrijwel geen kans, althans, niet in een serieuze museale omgeving. Dat Maartje de Haan en Marc Kleijnen, de drijvende krachten achter dit nieuwe stripmuseum, het er desondanks op wilden wagen, valt te prijzen. Maar de vraag na het eerste bezoek is: slagen ze erin de sceptici te overtuigen? Is dit een museum dat een lang leven beschoren is?
Laat ik voorop stellen dat uit alles bleek dat Strips! noch verre van af is. Het enige deel dat helemaal klaar leek, was de afdeling die de openbare bibliotheek heeft mogen inrichten. De stripafdeling van de stadsbibliotheek aan de Blaak is helemaal overgeheveld naar Strips! De bezoekers van het museum kunnen op die wijze de strips die ze tegenkomen in de tentoonstelling en interessant vinden, meteen ter plekke lezen of eventueel zelfs meenemen. Ook staan er wat titels die als documentatie dienen, boeken over strips dus. Meteen naast de bibliotheekafdeling is een stripwinkel ingericht, maar die is heel wat minder af. De uitbater daarvan zal iemand met visie moeten zijn en zorg moeten dragen voor een aanbod dat een balans is tussen actueel en historisch stripmateriaal. Want dat is toch wat je van een winkel in dit museum mag verwachten.
De openingstentoonstelling over Martin Lodewijk ziet er mooi uit en biedt een uitstekend overzicht van wat deze ‘veelvraat’ heeft voortgebracht in zijn loopbaan als stripmaker en reclametekenaar. Net als de begeleidende catalogus trouwens, geschreven door Rob van Eijck en Rob van der Nol. De ‘vaste opstelling’, de historische tijdlijn door de geschiedenis van het beeldverhaal in Nederland, was duidelijk nog verre van af en dus schort ik mijn oordeel daarover nog even op.
Al bij al is het dus ondoenlijk nu al een eindoordeel uit te spreken over dit op zich zeer lovenswaardige initiatief. Al moet me van het hart dat ik de opening van het museum nog een paar maanden zou hebben uitgesteld. De kans dat je argeloze bezoekers met een museum in dit onvolkomen stadium teleurstelt, is reëel . En als bezoekers een matige of slechte herinnering hebben aan een museum, zal de neiging om terug te keren niet groot zijn. Er is dus nog heel veel werk aan de winkel om de verwachtingen waar te kunnen maken die gewekt zijn en om de hoge bezoekersaantallen die worden genoemd, 80.000 op jaarbasis!, ook daadwerkelijk binnen te halen. Hopelijk krijgen ze daar tijd van leven voor.